De grauwe franjepoot

Gisteren hebben we een rondje Den Hoorn gelopen. Het was een beetje een off day. Moe van de wind van eergisteren denken we. Dus toen we thuis kwamen was de koek op en gingen de benen omhoog. En toen kwam vandaag! Nee, nog eerst toch maar even over gisteren. 😉

We starten vlakbij de duinen en gaan richting het dorp. De kerk hebben we de hele route in het zicht. Hij staat trouwens behoorlijk scheef, het zal wel weer de wind zijn? Bij een oude schapen-boet treffen we een nestje zwaluwen en zitten we even lekker in de zon op een bankje. De wind blijft nog wel errug koud hoor.

We horen en zien weer van alles maar om er een naam aan te plakken, daar zijn we vaak wel even mee bezig. Hierboven trouwens de heggenmus. Op het eiland ook opvallend veel daslook. En wat is dat een mooi fier bloemetje. Het doet ons altijd denken aan diegene die ons dat plantje leerde.

We lopen het laatste stuk weer veel over asfalt en langs de weilanden. Op de slootjes en plasjes heel veel vogels. Ook veel ganzen met soms wel 10 kuikens achter zich aan. Grappig gezicht maar of het zo grappig is…………………..? 5 ganzen eten net zo veel gras als 1 koe per dag, hoorden we vandaag.

Vandaag. Op stap met Klaas de Jong van Calidris (Bioloog en winnaar van het programma: in de ban van de condor. Wij hebben iedere aflevering gezien.) Tjonge, en van zo’n dag, daar moet je ook weer van bij komen hoor. We worden opgehaald van ons vakantieadres en gaan richting de Mok. Daar heeft Klaas voor ons een mooie verrekijker en hij zeult zelf een telescoop en fototoestel mee.

Dan gaat het wandelend het pad in wat we ook hebben gelopen toen we met het Wadden wandelen zijn gestart. Maar met Klaas er bij gaat er toch nog een extra wereld voor je open. Hij staat stil, luistert even, kijkt en binnen een paar minuten kan hij al 4-5 vogelsoorten opnoemen. Het is soms even zoeken waar het beestje precies zit. Maar al snel kan de statief uitgeklapt en kunnen we allemaal (3 personen ;-)) ademloos het moois bewonderen.

Vinden jullie het heel erg als ik alle namen (weer) niet weet?! Klaas heeft wel ezelsbruggetjes zoals de zang van de fitis: “Het is vandaag wel mooi weer, maar blijft dat zo?” En het narrige gebrom van de, tja welke was dat ook al weer? Zo zijn er wel wat zaken die hopelijk wel blijven hangen. Dan hoort hij opeens de blauwborst, het duurt even voordat we hem in het vizier hebben maar och wat is dat een mooi vogeltje. Het blijft helaas bij de foto op de bus. Maar gezien hebben we hem!

We gaan met de bus wat verder landinwaarts. Daar krijgen we verschanst in een vogelhutje een kopje koffie met koek. En dan is er wat onrust, er is nog een groepje vogelkijkers en er is iets bijzonders gespot. “Heb jij hem gezien? Weet jij waar die zit?” De grauwe franjepoot is gezien. Dat is heel bijzonder. Een steltloper die als enigste kan zwemmen. Klaas tuurt de kant af en kan hem eerst niet vinden. Opeens horen we gerommel boven ons hoofd. Het blijkt dat om de vogelkijkhut heel wat vogelaars staan en zelfs op het dak kruipen. De hut is te klein voor deze invasie. Na wat overleg met de anderen krijgen ook wij hem in het vizier. Ik zie een grijs/ wit klein strandlopertje die rondjes draait in het water. Als ik dat aan Klaas meld en vraag of dat stipje in de verte deze beroemde “franje” is, zegt een andere vogelaar: ‘ja joh, daar staat hij nou juist om bekend!!!” Ik voel me Dorrestein en denk: “ik blijf een sukkel in het veld”. Ach geeft niet, we hebben het leuk. Al ben ik de helft nu alweer vergeten. En ik weet zeker: mijn Vader is een kunstenaar! Wat een verscheidenheid, wat heeft Hij iedere vogel ook zijn eigenaardigheden meegegeven. En wat zijn ze prachtig.

Ook een kemphaan wordt gespot en we sluiten af met “meerkoet, witte snoet”. Wat is het fijn om even met iemand samen te kijken die er veel verstand van heeft. Wat is het leuk! Het smaakt naar meer. Nu maar hopen dat ze op de andere eilanden ook Klazen hebben!

We maken nog even een kort rondje over het strand en door de dennen om het af te wennen, zullen we maar zeggen.

Texel wat ben je mooi. Wat hebben we van je genoten. Wat leerde je ons veel. Wat maakten we onverwachte dingen mee. Wat viel het weer bijzonder mee. Wat hebben we veel zon gezien. Wat was je geschiedenis verrassend. Op naar Vlieland.