Mo(o)i hè!

Mo(o)i hè?

Nou om te beginnen, bij Marten en Irene Japenga van D’Olle Pastorie (Vierhuizen) daar kan je prima zijn. Gisteren genoten van de privé sauna, die werd klaargestoomd terwijl wij lekker zaten te eten. En dan rol je na al dat slapen en stomen zomaar een lekker bedje in. Om 9.00 melden we ons voor het ontbijt. En daar staan zoveel overheerlijke, meest Groningse producten dat als we alles moeten proeven we om 12.00 nog niet aan de wandel zijn. Dus we maken een keuze en vermaken ons met allerlei gezelligheid onderling en medegasten. (Onder het genot van bv. een brandnetelbroodje met zeezout.) Om 10.00 moeten we toch echt gaan vertrekken want hoe het weer zal zijn vandaag? We zien het donker en nat in. Dus afscheid nemen, met de belofte als het echt niet gaat of als we ergens stranden dat we echt moeten bellen. Dan komen ze ons halen. We gaan het zien, we hebben wel eens moeilijker dagen meegemaakt. Voorwaarts mars, met wel al direct het hoofd gebogen onder de plu. Even om de hoek van het dorp wacht ons een andere wandelaar op. Hij had ons gister ook al gezien en ziet het lachend aan. Eerlijk gezegd zijn we waarschijnlijk ook wel om te lachen. Voor de kestlichtjestocht (Emmen) een trui gekocht met flikkerende lampjes. (Alleen als je beweegt doen ze het) Paste goed bij de EHBO-post leek ons. Het was toen een groot succes voor jong en oud dus………………. We dachten zo: die donkere dagen voor kerst laten we ze met wandelen ook aan doen. En ja hoor ook gisteren lachende gezichten en waarschijnlijk ook mensen die denken: wat een foute kerstrui. Helemaal oké dus. Maar die wandelaar dus. Het is wonderlijk dat je dan binnen 5 minuten een goed gesprek hebt. Hij woont tegenwoordig de meeste tijd in het buitenland maar vertelt dat hij juist nu zijn geboortegrond zo kan waarderen. Nooit geweten dat het Lauwersmeer en omgeving zo mooi was. Sinds een aantal jaren weet hij dat en komt hij steeds dankbaar terug. We horen het zo vaak; Nederland is verbluffend mooi, zien we nog wel echt wat er te zien is? Staan we nog wel stil bij wat er te zien, voelen, ruiken en te horen is? Je kan het leren en dan zie je steeds meer is mijn ervaring. We nemen na 1 km. weer afscheid want hij doet gewoon een blokje om. Dag hoor!

We starten nu eigenlijk pas echt en dat via het erf van een heuse boer met 100 koeien. Vlgs. de wandelaar met een bijzondere kudde die in verhouding erg veel melk produceert voor Japanse melkpoeder. Je zal het maar niet geweten hebben. Toch leuk vind ik, die boeren die het oké vinden dat wandelaars over het erf lopen. Verder maar weer over het kerkpad het open veld in. Hetty stelt vast dat als het zo blijft regenen de plu het nog kan hanteren. We gaan richting Zoutkamp naar Niekerk. Het duurt niet lang en we stellen vast dat de plu de regen niet meer kan hanteren. Het regent dat het giet. En toch…………. En toch is het lekker lopen. Fris, anders dan anders en de wereld is weer anders mooi. De bruine rietkragen die wuiven in de regen, het gespetter op je plu en de roodbruine kleuren van de bomen aan de horizon. Die toch voorzichtig fluisteren dat de lente eens er weer zal zijn. Want als je een bosschage van dichtbij bekijkt is de start van de knoppen alweer te zien. En de rode rozebottels en gele bladeren geven ook mooie schilderijtjes. Ook nu is er zo veel om te zien. De grote percelen met natte “kleiige klei” zijn ook bijzonder. Veel kleur toch eigenlijk, in het overwegend op het eerste gezicht, veel grijs.

Vanuit Niekerk weer over een kerkpad naar Houwerzijl. Hej zeg, ik had een collega die Houwerzijl heette, nooit geweten dat. Het zijn ook geen plaatsjes hoor eerlijk gezegd. Een paar huizen op een plekje ver van de bewoonde wereld. Of ik er kan wonen weet ik niet maar toch is het ook in een bepaald opzicht prachtig. We komen nog langs een Wierdekerkhof. Net als de meeste boerderijen die we zien, vergane glorie helaas. En de regen daalt gestaag op onze plu, onhanteerbaar nog steeds. Dat wil zeggen, haar, broek en schoenen zeiknat. Even later zijn we in Leens, wat een mooi dorpsgezicht. Met gedicht 😉

“Wanneer men van de Noorder straat, langs d ’ooster of de Wester gaat. Voorbij de kerk met hof en bomen. Dan zal men bij de Zaken komen: met schepen brengt men turf hieraan. Of voert naar Groningen het graan. En die wil reizen met de schuit. Kan bij de klap erin of uit.”

Niet meer voor te stellen in vroeger dagen hier een haven maar goed. Zulke herkenbare zaken lees je erin. Ook de verhalen van de boeren uit een ver verleden staan in het kustpadboekje, die ook nu nog mijn leven kleuren. Zelfs maken wie ik nu ben. Even verderop pakken we de bus, we hebben geluk, nog even 5 minuten wachtten en daar is hij al. De buschauffeur lacht vriendelijk en vind dat we er goed aan doen. Wat? Nou die truien. Oh ja, die hadden we aan. We vallen op zegt hij en het is grappig. Nou zo zie je maar weer, weer een lach op een gezicht getoverd.

Bij Vierhuizen nog 1 km naar de oude pastorie. De huisbazen komen we nog weer tegen en ze bieden ons nogmaals warme koffie aan. Nee joh, we redden ons wel, gaan jullie maar boodschappen doen. Bij de auto gekomen lijkt het ons toch wel een uitdaging van kleren te wisselen in de auto. Wat te doen? Opeens een helder idee. De kerk is immers altijd open hier?! Daar is vast ook een toilet. Zouden ze het goed vinden? Ach, Hij zou het vast en zeker goed vinden. Dus na een metamorfose in de kerk rijden we huiswaarts. Voldaan, een beetje stoer en goed gemutst. Telkens weer is de conclusie: ook lopen in de regen is fijn en goed. Denk dat in de kerk van Vierhuizen Het Boek nog openligt bij: “Ook dan zal het duister voor mij niet donker zijn” Iedere weg, waar ook en hoe ook, gaan we niet alleen. Dat maakt alles mooi. Mo(o)i hè?

Mo(o)i hè?
Mo(o)i hè?
Mo(o)i hè?
Mo(o)i hè?
Mo(o)i hè?
Mo(o)i hè?
Mo(o)i hè?

510 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *