En dan de tweede dag van onze twee daagse tocht. (Gister geen puf meer om te schrijven.) Vanuit onze B&B is het na een goed ontbijt en gezellige babbel van onze hostess fijn vertrekken. In de nacht, lekker warm in bed, zijn we toch wel enigszins benieuwd wat de dag ons brengt qua weerbeeld. Die hagel op het dakraam en het bulderen van de wind doet de spanning stijgen. Al die bemoedigende woorden via app en website doen ook niet veel goed 😉
De avond ervoor deel ik nog wat beelden met een collega van mij en die merkt fijntjes op: “dat de wind deze dag zal bepalen of dat wat we zien, werkelijkheid is.” Ik stuurde haar namelijk wat mooie foto’s’ om aan te geven hoe we telkens zien en ervaren dat onze Vader hier werkt. Die foto’s waren volgens haar “alsof je in een schilderij wandelt” en de Schepper zegt: “Stil(l)even.” Zo ga ik dus al filosoferend de dag weer in. Ik houd ervan!
Vertrek vanuit de Boelenslaan. Ja, dat is een plaats! Al heb ik er nog nooit van gehoord. Het gaat nu richting Rottevalle. Rottevalle blijft voor mij altijd verbonden aan ene Anneke. Anneke uit onze groep van de start van mijn verpleegkundige carrière. “Wie laat nou zijn stokje verbranden”, toch Anneke? Wat was dat een mooie tijd, ik zou het zo allemaal, incluis een onvoldoende voor de harttoets, zo weer overdoen. En wat is Rottevalle bijzonder mooi! Met prachtige oude huisjes, een Doopsgezinde kerk met een heel verhaal daaraan verbonden en een haven. Verrassend is het in ieder geval. We doen een poging om Keallepoot te bemachtigen bij de bakker aldaar. Maar helaas dat hebben ze niet. We hebben nog twee etappes te gaan en dus mogelijkheid om dit te mogen proeven. (Ook op advies van weer een andere collega.) Vanuit Rottevalle gaan we richting It Heechsan. Hoogezand zeg maar van Friesland. Blijft ook steeds bijzonder vind ik hoe het landschap overeenkomsten heeft met het veenlandschap van Drenthe. De vele arbeidershuisjes, het armoedige leven van ooit en de bijbehorende verhalen. Ook is het bijzonder hoe het weer zich afwisselt op deze dag. We starten droog met harde wind en zon. Af en toe vallen er wat druppels en dan weer hagelsteentjes. Dat laatste heb ik liever trouwens want je blijft er droog bij. De route is veel afwisselender dan de dag ervoor. En minder auto’s, dus lawaai, doordat het over onverharde wegen gaat. Altijd fijn! Op de paadjes langs de houtwallen raken we niet uitgekeken. Een voordeel is dat het ook beschermt tegen de wind. Als we richting Eastermar lopen merken we echt hoe hard de wind is. Ik moet mijn zonnebril op doen om mijn lenzen in te houden. Er is dan op zo’n moment ook maar 1 ding waar je mee bezig kan zijn; vooruitkomen. Dus “sta even stil bij het werk aan de weg”, oftewel: matig uw snelheid. Je kunt gewoon domweg niet anders en wordt stilgezet. Dàt is de kracht van wandelen; stil even. En ik vind het héérlijk. In Eastermar moet de beslissing vallen, lopen we door voor nog 8 km of gaan we met de bus? De energie is er nog, de zin ook, ondanks soms ijskoude handen en een nat pak. Tussen de bedrijven door drogen we snel op in de wind en warmen we onze handen in de zakken. En in de haven van Eastermar beslissen we: doorgaan. Een rondje langs de Leien. Mooi natuurgebied met veel water en vogels. Je wandelt in een schilderij met geluid. Het kunstwerk verandert ook telkens weer qua lichtinval. Dan weer zon en dan de schaduw van de donkere wolken boven ons. De laatste 3 km lijkt weer eens op een mars. De bus gaat om 20 over het hele uur en het is al heel uur geweest. Kiezen of delen. Als de bushalte net 3 minuten voor de aanrijtijd van de bus is bereikt zijn we toch wel heel erg blij. Gelukt!
Dan volgt weer een ommelandse reis terug naar huis. Eerst kriskras door Friesland, dan door naar Groningen en vervolgens rijden we de Drentse veenkoloniën weer in. Wat kan een mens wat bereizen in 1 dag! Het stil leven is voorlopig even weer voorbij. Werk aan de winkel.