Gisteren aangekomen per boot uiteraard, op Texel. Reis ging voorspoedig en de zon brak door terwijl we stonden in te checken voor ons appartement in De Koog.
Bijzonder is het om het Paasfeest dit jaar op 1 van onze Hollandse eilanden te mogen gedenken en te vieren. Tegelijkertijd maken we weer een nieuwe start met een lange afstandstands wandeling
We hopen, volgens het boekje: “het gevarieerde en unieke landschap van het waddengebied” te ontdekken en de geschiedenis daarvan.
Vandaag is het Stille Zaterdag. Het herinnert ons aan de periode dat Jezus in Zijn graf lag. Dood. Voor jou. Voor mij. Hij versloeg de duivel op eigen terrein, zodat wij kunnen leven. We waren vandaag stil. Écht stil. Om te gedenken. En ook omdat alles wat we zagen ons stil doet worden. Stil, omdat we daardoor juist Zijn liefde voor de wereld zien. Voor ons! Stil voor het wonder van Liefde.
Vanuit de Koog vertrekken we met de bus richting Veerboot. Daar start het Wadden Wandelen. Eigenlijk is het ook een vervolg op het kustpad maar we hebben nog nooit de moed gevat er mee te starten. Lastig met de boot enzo. Ook meer km. vreten op een dag want de bussen zijn niet zomaar daar waar je wil; aan het strand geen bus. 😉 Maar we durven het nu aan. Kiek’n wat wordt.
Aan het begin langs de Mokbaai waar vroeger grote schepen soms maanden lagen te wachten op de juiste wind om naar het verre Oosten te kunnen vertrekken. Nu scharrelen er vele vogelaars die zich met grote kijkers vergapen aan het vele moois. Soms vraag ik me af: wie kijkt nou naar wie? En: te kunnen zweven op de wind?! Dat zou wat zijn.
Het is een bijzonder landschap zo vlakbij de zee. Veel duinmeeertjes, drassig land met de op knappen staande duindoorns, rozenbottels en vele andere soorten bomen en struiken. De troost van: “de altijd maar terugkerende seizoenen”. Dan volgt 3,5 km ploegen over het strand, dwars tegen de noorden wind in. En toch……. langs de zee wandelen is geweldig, om duizend dingen tegelijk.
Dan bij de strandopgang het duin weer op. Tong op de knieën, 1 stap omhoog, halve weer terug. Het zand is zacht en droog. Hijgend laten we ons na het hoogste duin op een bankje neerploffen.
Gelukkig is het weer wel zo dat dat ook kan en er zijn vele bankjes, zodat er altijd wel 1 in de luwte te vinden is.
Door De Dennen en de Blekersvallei leren we over de blekersveldjes van welleer.
De naaldbossen staan scheefgegroeid van de zeewind en veel bomen overleven de droogte en de wind daar niet. Het levert een bijzonder landschap op.
Even later nog weer een klein stukkie over het strand. We lachen om de strandlopertjes. Ze rennen zo hard om het voedsel wat de zee brengt te pakken te krijgen! Ze struikelen nog net niet over hun eigen pootjes. Je kan er uren naar kijken. De Jan van Gents zijn de brutale jongens. De scholeksters lijken net verkleumde mannetjes. Kop diep in de kraag.
Laatste stuk gaat door het hoge Nol. Prachtig natuurgebied met kronkelende schelpenpaadjes. Duin op, duin af, dat wel. Het past allemaal naadloos bij mijn training voor de Camino. Na ruim 7 uur in de buitenlucht is het nu heerlijk samen eten. Beentjes omhoog met wat Paaslekkers er bij.
Zoals alles: niet verdient!
De foto met de voeten in het zand
Doet mij denken aan het gedicht
Toen het moeilijk was toen heb ik jou gedragen